Blog
Social media verslaving onder tieners: Ouders hoeven niet wakker te liggen over schermtijdlimiet
‘Hoeveel schermtijd per dag is gezond?’ Dit is een veelgestelde vraag door ouders. Echter, als we het hebben over het voorkomen van problematisch (verslaafd) gebruik van social media[i], zit het ‘m niet zozeer in het stellen van regels door ouders over de mate waarin jongeren online mogen zijn. Wat meer van belang lijkt, is dat jongeren emotionele steun ervaren van hun ouders, en zich door hen aangemoedigd voelen om zelfstandig te denken en eigen keuzes te maken. Dit blijkt uit recent onderzoek waarin voor het eerst is gekeken hoe aspecten van zowél mediaopvoeding als algemene opvoeding problematisch social media gebruik voorspellen.[1]
Wat is problematisch social media gebruik?
We spreken van problematisch social media gebruik wanneer de controle over het gebruik zodanig is verminderd dat het dagelijks functioneren van jongeren eronder lijdt. Deze jongeren vertonen kenmerken van verslaving zoals het voortdurend in gedachten bezig zijn met social media, interesse verliezen in andere bezigheden en conflicten met anderen krijgen vanwege het intensieve gebruik. We zien dat problematisch social media gebruik onder jongeren samenhangt met een verminderd welbevinden, zoals depressieve gevoelens, concentratieproblemen en een lagere levenstevredenheid.
Media- en algemene opvoeding
Mediaopvoeding is specifiek gericht op het begeleiden van het mediagebruik om de kans op negatieve gevolgen (zoals problematisch gebruik) te verkleinen. Eén van de manieren waarop ouders dit kunnen doen is door afspraken te maken over wanneer of hoe lang hun kinderen online mogen en wat zij online mogen doen. Om te voorkomen dat het social media gebruik uit de hand loopt, ligt het voor de hand dat ouders door middel van deze regels en afspraken het gebruik (proberen te) beperken.
Deze mediaopvoeding staat niet op zichzelf, maar vindt plaats in de bredere context van de algemene opvoeding. We spreken van een positieve algemene opvoedcontext wanneer ouders onder andere emotioneel betrokken zijn bij hun kinderen, en de autonomie van hun kinderen ondersteunen door hen te stimuleren in bijvoorbeeld het zelfstandig maken van beslissingen.
Op basis van theorie[2] zou worden verwacht dat de algemene opvoeding een indirecte invloed heeft op het mediagebruik van kinderen en jongeren via mediaopvoeding. De algemene opvoedstijl van ouders bepaalt namelijk (mede) de kwaliteit van de ouder-kind interacties en daarmee ook de socialiseerbaarheid van kinderen (d.w.z. de mate waarin kinderen regels opvolgen en internaliseren). Zo wordt verwacht dat regels over mediagebruik eerder het gewenste effect hebben als deze verankerd zijn in een positief opvoedklimaat.
Daarom is in bovengenoemd onderzoek gekeken hoe de mediaopvoeding (specifiek het beperken van het mediagebruik d.m.v. regels) én de algemene opvoeding van ouders, in combinatie, problematisch social media gebruik onder jongeren voorspellen. In overeenstemming met de theorie laat dit onderzoek zien dat het beperken van het mediagebruik door ouders effectiever is wanneer dit in een positieve opvoedcontext plaatsvindt. Echter laten de resultaten ook iets verrassends zien. De resultaten suggereren namelijk ook dat niet zozeer het stellen van regels in een positieve opvoedcontext belangrijk is in het voorkomen van problematisch social media gebruik, maar vooral het bieden van zo’n positieve opvoedcontext door een warme, betrokken en stimulerende ouder te zijn.
Vervullen van psychologische basisbehoeften
Hoe kan het dat – in tegenstelling tot het stellen van regels over mediagebruik – een positieve algemene opvoedcontext van belang lijkt te zijn in het voorkomen van problematisch social media gebruik? Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat regels over mediagebruik erop gericht zijn de hoeveelheid tijd online te beperken, terwijl het niet zozeer de hoeveelheid tijd die jongeren op social media spenderen is die het gebruik problematisch maakt.[3] Het gaat veeleer om de onderliggende redenen voor hun intensief social media gebruik.
Eén van die redenen is het vervullen van psychologische basisbehoeften. Drie belangrijke psychologische basisbehoeften zijn een gevoel van competentie (vertrouwen in eigen kunnen), autonomie (vrijheid en keuze) en verbondenheid (erbij horen). Verschillende sociale contexten kunnen een rol spelen in het bevredigen van deze psychologische basisbehoeften van jongeren. Social media voorzien in het vervullen van deze behoeften, doordat jongeren op deze platforms de vrijheid en controle hebben over wat ze delen, met wie en wanneer, en de mogelijkheid tot het hebben van voortdurende, succesvolle interacties met leeftijdsgenoten. Het voornamelijk online vervullen van psychologische basisbehoeften is in verschillende onderzoeken in verband gebracht met problematisch social media gebruik.[4] [5] Een andere context is de thuiscontext; wanneer ouders positief opvoeden, scheppen zij ook een omgeving waarin deze behoeften van het kind worden vervuld.[6] Wanneer de thuiscontext van jongeren (naast de overige contexten) voldoende voorziet in het vervullen van belangrijke basisbehoeften, zullen jongeren minder snel het idee hebben dat ze hiervoor alleen of beter op social media terecht kunnen. Op deze manier zou een positieve opvoeding kunnen bijdragen aan het verkleinen van het risico op problematisch gebruik van social media.
Wees als ouder betrokken en stimuleer zelfstandigheid
Afspraken maken over hoe lang en wanneer jongeren online mogen zijn, lijkt dus geen bepalende factor in het voorkomen van problematisch social media gebruik. Als ouder oog hebben voor de behoeften en emoties van je opgroeiende kind, diens eigenheid respecteren en in toenemende mate zelfstandigheid stimuleren, lijken meer van belang.
Heb je vragen, opmerkingen of suggesties m.b.t. dit onderwerp? Stuur gerust een mailtje naar s.m.geurts@uu.nl.
[i] Problematisch social media gebruik is niet officieel erkend als verslaving. Daarom wordt in deze blog de term ‘problematisch social media gebruik’ gehanteerd in plaats van ‘social media verslaving’.
[1] Geurts, S. M., Koning, I. M., Van den Eijnden, R. J., & Vossen, H. G. (2023). Predicting Adolescents’ Problematic Social Media Use From Profiles of Internet-Specific Parenting Practices and General Parenting Dimensions. Journal of Youth and Adolescence, 1-15. https://doi.org/10.1007/s10964-023-01816-4
[2] Darling, N., & Steinberg, L. (2017). Parenting style as context: An integrative model. Interpersonal development. Routledge.
[3] Boer, M., Stevens, G. W., Finkenauer, C., & Van den Eijnden, R. J. (2022). The course of problematic social media use in young adolescents: A latent class growth analysis. Child Development, 93(2), e168-e187. https://doi.org/10.1111/cdev.13712
[4] Liu, Q. X., Fang, X. Y., Wan, J. J., & Zhou, Z. K. (2016). Need satisfaction and adolescent pathological internet use: Comparison of satisfaction perceived online and offline. Computers in Human Behavior, 55, 695- 700. https://doi.org/10.1016/j.chb.2015.09.048
[5] Andreassen, C. S. (2015). Online social network site addiction: A comprehensive review. Current Addiction Reports, 2(2), 175-184. https://doi.org/10.1007/s40429-015-0056-9
[6] Costa, S., Sireno, S., Larcan, R., & Cuzzocrea, F. (2019). The six dimensions of parenting and adolescent psychological adjustment: The mediating role of psychological needs. Scandinavian Journal of Psychology, 60(2), 128-137. https://doi.org/10.1111/sjop.12507